Kasteel Doorwerth

Kasteel Doorwerth dateert uit het jaar 1260. Het ligt bij het Gelderse dorp Doorwerth in de uiterwaarden aan de Rijn. Waarschijnlijk was het kasteel bedoeld als veilige vesting, maar ook als een dwangmiddel om tol te heffen over de schepen die de Rijn bevoeren met handelswaar.

In de Middeleeuwen

Hendrik van Dorenweerd was een ridder die dit kasteel liet bouwen. Hij was een roofridder, en hij hief illegale tol op de schepen die het kasteel passeerden. Vermoedelijk is het slot in zijn vroege geschiedenis een keer in brand gestoken als straf voor deze praktijken. Daarna werd het echter weer snel hersteld door een ridder uit het geslacht van Van Dorenweerd. Hierna had het niet direct zijn huidige vorm: het is verschillende malen uitgebreid door de bewoners ervan in latere eeuwen. Van oorsprong was er alleen sprake van een versterkte donjon of woontoren; later werden er vleugels toegevoegd aan het complex, waardoor het de vorm kreeg van een echt kasteel. Pas in het jaar 1560 had het kasteel zijn huidige vorm verkregen.

Verval en redding


Van de 17e tot de 19e eeuw raakte het kasteel in verval, zoals met zoveel monumentale adellijke bezittingen gebeurde in die tijd. Aan deze neergang werd pas in 1909 een einde gemaakt, toen een stichting het complex opkocht. Op dat moment kreeg het kasteel een functie als defensiemuseum.

Moderne geschiedenis

Kasteel Doorwerth werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd, maar is daarna weer in zijn volle glorie hersteld. Op dit moment huizen er twee verschillende museums in het kasteel. De vaste exposities geven een indruk van het leven in de riddertijd en de bewogen geschiedenis van het bouwwerk. Het is tevens een officiële trouwlocatie met een unieke uitstraling.